Instrumentarium voor facilitair grondbeleid
Bij faciliterend grondbeleid wordt de grondexploitatie bij een ruimtelijke ontwikkeling overgelaten aan een private partij. De gemeente verhaalt hierbij haar kosten van werken en werkzaamheden op private partijen. Dit is voor de gemeente wettelijk verplicht ('kostenverhaal'). Het kostenverhaal moet geregeld zijn voordat het ruimtelijk besluit is genomen/de omgevingsvergunning is verleend. Als er geen mogelijkheid bestaat om (tijdig) de kosten via een overeenkomst te verhalen, dan dient de gemeente de kosten via publiekrechtelijke weg de kosten te verhalen.
Voor facilitaire projecten worden de ambtelijke kosten en gemeentelijke werken verhaald op de initiatiefnemer. Dit gebeurt in de verschillende fases. De kosten voor de initiatieffase worden verrekend middels de zogenaamde initiatievenleges. De leges worden te allen tijde in rekening gebracht na besluitvorming over de wenselijkheidsscan.
Nadat een initiatief als wenselijk wordt beoordeeld en er is voldoende capaciteit om een nieuw project op te starten en een projectorganisatie in te richten wordt als eerste stap in het kostenverhaal een PSU brief opgesteld (Project Startup-brief). Met de PSU brief worden de kosten voor het opstarten van het project en de voorovereenkomst en het eerste haalbaarheidsonderzoek gedekt. De volgende stap in het kosten verhaal is het opstellen van de voorovereenkomst waarin afspraken worden vastgelegd en een deel van de plankosten tot en met de Projectnota in rekening worden gebracht. Andere afspraken en civieltechnische kosten worden verhaald met het sluiten van een overeenkomst tot kostenverhaal (anterieure overeenkomst). Het berekenen van de plankosten gebeurt middels het plankostenmodel Amstelveen/Aalsmeer. Dit model wordt jaarlijks geactualiseerd.
Met facilitair grondbeleid wordt een groot aantal kleinere locaties en enkele grotere locaties ontwikkeld. Voorbeelden van grotere facilitaire projecten zijn De Scheg, BTAZ, De Loeten en Kronenburg. Dit zijn allen zogenaamde mengprojecten waarbij de gebiedsontwikkeling administratief onderverdeeld is in actieve grondexploitaties en facilitaire grondexploitaties.