Voorgestelde besluiten 1 en 2
Ingevolge artikel 197 en 198 van de Gemeentewet legt het college aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door haar gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. De raad stelt de jaarrekening en het jaarverslag vast in het jaar volgend op het begrotingsjaar.
Beslispunt 1: De jaarstukken 2024 vast te stellen.
Beslispunt 2: Het rekeningresultaat van € 4,332 miljoen negatief (begroot € 11,772 miljoen negatief) te onttrekken aan de algemene reserve.
3. fasering kredieten
Verschuivingen van uitgaven in een investeringskrediet tussen jaarschijven (fasering) en hiermee samenhangende reservemutaties zijn toegestaan zonder specifiek raadsbesluit bij de jaarstukken mits het totale investeringskrediet niet wordt overschreden, de fasering maximaal 3 jaar betreft en de uitgaven passen binnen de met de raad afgesproken prestaties waarvoor het krediet is verstrekt (verordening 212).
Het restant van de toegekende kredieten bedraagt eind 2024 € 13,111 miljoen. Hiervan moet € 11,536 miljoen aan kredieten beschikbaar worden gehouden voor besteding vanaf 2025. De fasering past binnen de randvoorwaarden van de verordening 212, zodat de begroting 2025 meerjarig kan worden gewijzigd voor de in hoofdstuk 1.3 "Kredieten" genoemde bedragen.
Beslispunt 3: De begroting meerjarig te wijzigen voor de in hoofdstuk 1.3 “Kredieten” vermelde mutaties.
4. Budgetoverheveling
In hoofdstuk 1.3 "Rekeningresultaat" staan enkele onderwerpen benoemd waarvan de besteding vertraging heeft opgelopen. Dit betekent dat dit jaar minder is besteed dan begroot. De toelichting staat vermeld op de programma's. Dit voordeel in 2024 betekent dat komend jaar extra benodigd budget is van dezelfde omvang. In 2025 leidt dit tot een onttrekking aan de algemene reserve van € 1,342 miljoen.
Beslispunt 4: Via resultaatbestemming € 1,342 miljoen aan budget over te hevelen en de begroting 2025 te wijzigen voor de hoofdstuk 1.3 “Budgetoverheveling” vermelde bedragen, inclusief daarmee samenhangende mutaties met reserves en investeringen.
5. Opheffen reserves
Via dit beslispunt wordt voorgesteld de reserves "Amstelveenlijn", "bedrijfsvoeringsfonds Jeugd & Samenleving", "Gemeentelijk aandeel Kalkbranderij" en "Frictiekosten vorming kernorganisatie" op te heffen. Al deze reserves zijn volledig benut en hebben geen saldo meer. De bevoegdheid voor het instellen en opheffen van bestemmingsreserves ligt bij de raad.
Beslispunt 5: De reserves "Amstelveenlijn", "bedrijfsvoeringsfonds Jeugd & Samenleving", "Gemeentelijk aandeel Kalkbranderij" en "Frictiekosten vorming kernorganisatie" op te heffen en dit te verwerken in de begroting 2025.
6. Lokaal werkbudget Oekraïne
Bijlage "6.4 Lokaal werkbudget Oekraïne" bevat een actualisatie van de toegekende en benodigde budgetten vanaf 2025. Via dit beslispunt wordt voorgesteld de begroting 2025 en verder te actualiseren. Via beslispunt 3 wordt voorgesteld € 899.000 over te hevelen naar 2025, zodat dit ingezet kan worden voor nieuwe aanvragen.
In 2025 wordt een voorschot van het Rijk verwacht van € 7,7 miljoen dat ten gunste komt van de algemene reserve ter dekking van de benodigde budgetten 2025. Dit voorschot bestaat uit € 7,066 miljoen voor de “vergoeding per bed” en € 623.000 voor leefgeld Oekraïners.
Beslispunt 6: De in hoofdstuk "6.4 Lokaal werkbudget Oekraïne" vermelde mutaties uit het Lokaal werkbudget Oekraïne vaststellen en de begroting 2025 en verder te wijzigen conform de in dit overzicht opgenomen uitgaven en inkomsten.