Voorzieningenmutatie met toelichting
bedrag x € 1.000 | Bijgestelde begroting | Jaarrekening | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
toe- voeging | ont- trekking | a. saldo mutatie | stand 1jan | toe- voeging | ont- trekking | stand 31dec | b. saldo mutatie | a-b | |
Dubieuze debiteuren | 1.397 | 220 | 275 | 1.342 | -55 | 55 | |||
Totaal programma | 1.397 | 220 | 275 | 1.342 | -55 | 55 |
Dubieuze debiteuren
In de verordening 212 staan gedragsregels voor het bepalen van het saldo dubieuze debiteuren. De voorziening geeft een indicatie van de vorderingen waar de gemeente een risico loopt ten aanzien van het (volledig) terugontvangen van vorderingen.
De noodzakelijke omvang wordt vastgesteld door afhankelijk van de ouderdom van de openstaande posten een bepaald percentage als dubieuze vordering te beschouwen; tussen 1 en 2 jaar is dit 25%, tussen 2 en 3 jaar 50% en voor oudere vorderingen 100%.
Dit leidt tot een toevoeging aan de voorziening met € 0,2 miljoen. De grootste posten hierbinnen zijn belastingdebiteuren en opgelegde dwangsommen.
De onttrekking betreft voor € 115.000 afboekingen van oninbare debiteuren, waarvan het grootste deel betrekking heeft op belastingdebiteuren. Daarnaast valt € 160.000 van de voorziening vrij doordat de gereserveerde bedragen die niet meer benodigd zijn ter afdekking van het risico. Dit betreft vooral vrijval van opgelegde dwangsommen.